Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word toeval

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(toevalligheid);
🔗 Bilbo was door een louter toeval gered.
aan het toeval overlaten
(op het spel zetten; wagen)
gamble with
by accident
🔗 Er kunnen wel tienduizenden jaren verstrijken voor ze ons weer bij toeval ontdekken.
(gelegenheids‐)
foja
by chance
; ;
fortuitous
🔗 Toevallig moet ik nu inderdaad weg.
(incidenteel); ;
random
;
fortuitous
(incidenteel)
okaza
(bijkomstig)

DutchEnglish
toeval accident; casualty; chance; coincidence; epileptic fit; fit; fortuity; hap; hazard; luck
bij toeval by accident; peradventure
blind toeval mere chance
toevallig accidental; accidentally; adventitious; by chance; casual; casually; chance; coincidental; contingent; fortuitous; fortuitously; haphazard; haply; incidental; incidentally; occasional; random; unplanned
zenuwtoeval hysterics