Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word weersgesteldheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
predisposition
;
tendency
;
disposition
;
(conditie; staat; stand; toestand);
(nogmaals; nog eens)
(weder)
🔗 De transportsector zit in zwaar weer.
(alweer; nogmaals; opnieuw; andermaal; weder);
🔗 Weer grijnsde de stroper.

DutchEnglish
weersgesteldheid weather‐conditions
gesteldheid condition; consitution; frame; habit; habitude; make‐up; system; state; nature; trim
weer again; once again; weather; weir