Information about the word nogmaals (Dutch → Esperanto: refoje)

Synonyms: bis, nog een keer, weer, nog eens

Part of speechadverb
Pronunciation/ˈnɔxmals/
Hyphenationnog·maals

Usage samples

Hij dwong zich nogmaals zijn snelheid op te voeren.
Nee, nogmaals en in vertrouwen, ik durf er mijn reputatie om te verwedden dat het taxine is.
Daar verkrachtte hij haar nogmaals.

Translations

Afrikaansnog eens; weer eens
Englishonce more
Esperantorefoje; ankoraŭfoje
Germanabermalig; abermals; nochmals; erneut; noch einmal
Thaiอีก; อีกครั้ง; ใหม่