Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word weerlicht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; ; ; summer lightning | ||
🔗 De duisternis bedekte het aardrijk, bij wijlen vervangen door de schrikwekkende verlichting van het weerlicht. | ||
(bliksemsnel; als de wiedeweerga; als de bliksem) | quick as lightning | fulmrapide |
🔗 Onmiddellijk sprong het witte paard weg en rende als de weerlicht het laatste stuk van de Weg af. | ||
(gemakkelijk; makkelijk) | ||
(hel; helder) | ; ; light‐coloured | |
(helder) | ; | |
🔗 Toen het lichter werd, konden we haar duidelijker zien. | ||
🔗 Is er nog licht genoeg om te zien? | ||
(lichtjes; zwak; zwakjes) | malforte | |
🔗 Buiten regende het nog licht. | ||
(zwak) | ||
🔗 Het waren heel lichte geluiden, maar het gehoor van de albino was, in tegenstelling tot zijn gezichtsvermogen, heel scherp. | ||
🔗 Wanneer lucht warmer wordt, zet hij uit en wordt daardoor lichter. | ||
malsubstanca | ||
; superficial | ||
(gemakkelijk; makkelijk; met gemak) | ||
🔗 Dat zal ik niet licht vergeten. | ||
🔗 Rijstwafels zijn de perfecte basis voor een lichte maaltijd. | ||
🔗 Het team van Max Verstappen vindt dat Lewis Hamilton een te lichte straf heeft gekregen en onderneemt nu actie. | ||
🔗 Ik zie geen lichten. | ||
(nogmaals; nog eens) | ||
(weder) | ||
🔗 De transportsector zit in zwaar weer. | ||
(alweer; nogmaals; opnieuw; andermaal; weder) | ; | |
🔗 Weer grijnsde de stroper. | ||
Dutch | English |
---|---|
weerlicht | ⇆ fulguration; ⇆ heat‐lightning; ⇆ lightning; ⇆ sheet‐lightning; ⇆ summer lightning |
licht | ⇆ slight; ⇆ bright; ⇆ candle; ⇆ easily; ⇆ fair; ⇆ flare; ⇆ gentle; ⇆ light; ⇆ lightly; ⇆ lightsome; ⇆ mild; ⇆ mildly; ⇆ pale; ⇆ taper; ⇆ light‐coloured; ⇆ wanton; ⇆ slightly; ⇆ luminary |
weer | ⇆ again; ⇆ once again; ⇆ weather; ⇆ weir |
weerlichten | ⇆ lighten |