Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vanglijn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(koord; snoer; touw); ;
🔗 Zes mannen begonnen aan de lijn te trekken om hem uit het water te hijsen.
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vatten);
captivate
; ;
🔗 Ik beveel u dat ene schip te vangen.
(pakken; betrappen);
🔗 Hij gaat liever vlinders vangen op de heide!

DutchEnglish
vanglijn painter
lijn alignement; lead; leash; line; score; cord; rope
vangen bag; captivate; capture; catch; entrap; nab; net; noose; trap; rope in; take; trip