Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word opvorderen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(opeisen; opvragen) | reclaim | repostuli |
(rekwireren; vorderen) | requisition | rekvizicii |
(uitgeput; uitverkocht) | exhausted | |
spent | elspezita | |
worn | ||
🔗 De benzine zal op zijn. | ||
(verbruikt) | used up | |
🔗 Als die op waren, was het wapen waardeloos. | ||
(aan; jegens; met; om; te; tot; voor; bij) | ; ; ; ; | |
🔗 Wie kan dat op deze afstand zeggen? | ||
(naar boven; omhoog) | ||
(aan; boven op) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik keek op de wijzerplaat. | ||
(binnen; in; per; te; van; aan) | ; | |
🔗 Over een half uur worden we op het paleis verwacht. | ||
(uit; van) | ; ; | |
(aan; bij; naar; tegen; tot; voor; naar … toe) | ; | |
🔗 Ze wees op de volle planken. | ||
(om; voor) | ||
🔗 En toen nu alles op een mogelijk gevecht werd voorbereid, vonden de jongens de verschijning dier zeereuzen niet meer leuk. | ||
(aan; bij) | ; ; | |
🔗 Op de hoek botste een man tegen mij op, die van de andere kant kwam en mij niet gezien had. | ||
(aan; betreffende; in; met; naar; omtrent; over; van; voor) | ; ; ; | |
🔗 Geef een duidelijk antwoord op de vraag! | ||
(langs; naar; volgens) | ; ; | |
🔗 Er staat weinig wind en in het donker kunnen we op de sterren varen. | ||
(bij; in; onder; met) | ; | |
🔗 En met wat meer geluk zie je op je wandeling spechten, boomvalken, dassen, haviken, heel veel libellen en zangvogels als bijvoorbeeld boomklevers. | ||
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; voor) | ||
🔗 De Israëlische luchtmacht voert steeds meer luchtaanvallen uit op de Gazastrook. | ||
(rekwisitie; vordering) | requisition | |
(eisen; opeisen; vergen; verlangen) | ; ; ; exact | |
🔗 Hij vorderde van de directeur een bevel tot inhechtenisneming van de heer Fogg. | ||
(opschieten; veld winnen; vooruitgaan; vooruitgang boeken) | progress ; ; make progress | |
🔗 Hoe ver was hij gevorderd? | ||
(opvorderen; rekwireren) | exact ; requisition | rekvizicii |
Dutch | English |
---|---|
opvorderen | ⇆ claim; ⇆ requisition |
op | ⇆ all in; ⇆ along; ⇆ at; ⇆ broken‐down; ⇆ by; ⇆ clapped‐out; ⇆ dead; ⇆ done; ⇆ exhausted; ⇆ frazzled; ⇆ gone; ⇆ in; ⇆ knocked up; ⇆ on; ⇆ onto; ⇆ out; ⇆ to; ⇆ up; ⇆ upon; ⇆ spent; ⇆ run‐down; ⇆ on top of; ⇆ washed up; ⇆ after; ⇆ at an end; ⇆ all gone; ⇆ worn out; ⇆ worn; ⇆ with respect to |
opvorderbaar | ⇆ leviable; ⇆ claimable |
opvordering | ⇆ requisition |
vorderen | ⇆ make head; ⇆ advance; ⇆ come along; ⇆ commandeer; ⇆ demand; ⇆ draw on; ⇆ exact; ⇆ gain ground; ⇆ get on; ⇆ make headway; ⇆ proceed; ⇆ progress; ⇆ require; ⇆ requisition; ⇆ make progress; ⇆ claim |