Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word nutteloosheid
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(ondienstig; vergeefs; vruchteloos) | ; | |
🔗 Theologen zijn soms erger dan nutteloos. | ||
(ijdel; vergeefs; vruchteloos; zinloos) | ; useless ; vain ; fruitless ; idle | |
🔗 Het duurde niet lang of het nutteloze van haar poging begon haar duidelijk te worden. |
Dutch | English |
---|---|
nutteloosheid | ⇆ idleness; ⇆ inutility |
nutteloos | ⇆ feckless; ⇆ futile; ⇆ idle; ⇆ idly; ⇆ of no avail; ⇆ otiose; ⇆ pointless; ⇆ unhelpful; ⇆ unprofitable; ⇆ useless; ⇆ vain; ⇆ fruitless; ⇆ unprevailing; ⇆ in vain; ⇆ uselessly |