Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word nawerken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(over); ;
🔗 Na mijn woorden bleef het doodstil.
(uitwerking hebben);
🔗 Maar het werkte wel.
(gisten)
(arbeiden);
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt.
works
;
;
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats.
(functioneren)
🔗 Maar de zagerij werkt nog!

DutchEnglish
nawerken produce after‐effects
na after; following; next; next to; nigh; past; in succession to; upon; in the wake of; near; to top up with
nawerking after‐effect; sequel; after‐effects
werken act; function; labour; operate; put in; work; run; shift