Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word houdgreep

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
greep	grasp	ekpreno
greep (gaffel; riek)	pitchfork	forkego
🔗 Zonder een woord te zeggen, zette ik de greep neer en ging naar buiten.
greep	shaft ; stock	fusto
greep	trick	lertaĵo
greep (grijper; handgreep)	tongs	prenilo
greep (vat)	grasp	preno
🔗 Ze was nog altijd in de greep van de angst.
houden (bevatten; inhouden)	hold ; contain	enteni
houden	hold	okazigi
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou.
houden (bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen)	hold ; retain ; keep ; maintain ; have	teni
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich.
houden (gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen)	observe	observi
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden?
houden	hold ; deliver	teni
🔗 Wanneer heeft een priester ooit een eed gehouden?
houden	hold ; conduct	teni
🔗 De buren van Wims vader hielden een winkel van feestartikelen, die er nu ook nog staat.

Dutch	English
houdgreep	⇆ hold; ⇆ lock
greep	⇆ snatch; ⇆ catch; ⇆ cinch; ⇆ clasp; ⇆ clinch; ⇆ dive; ⇆ grab; ⇆ grapple; ⇆ grasp; ⇆ grip; ⇆ gripe; ⇆ handle; ⇆ hold; ⇆ clutch; ⇆ handful; ⇆ pull; ⇆ hilt; ⇆ haft; ⇆ fork
houden	⇆ carry; ⇆ conduct; ⇆ deliver; ⇆ delivery; ⇆ give; ⇆ have; ⇆ hold; ⇆ keep; ⇆ keep to; ⇆ maintain; ⇆ make; ⇆ poise; ⇆ preserve; ⇆ retain; ⇆ tenure; ⇆ run; ⇆ take; ⇆ contain; ⇆ observe; ⇆ celebrate