Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bak; mop; scherts); ;
🔗 Hij vertelde het alsof het een grap was.
voor de grap
(schertsenderwijs)
jokingly
;
facetiously
(komiek)
comedian
(grappenmaker; snaak)
(gekscheren; schertsen; gekheid maken);
(grapjas; snaak)
(koddig; komisch; moppig; oubollig; komiek)
comic
;
comical
;
🔗 Wilt u iets heel grappigs horen?
comical
ridiga
jocularly
komike

DutchEnglish
grap frolic; fun; gag; hoax; jest; joke; lark; trick; wheeze
dat zou me een grap zijn that would be a nice go
een dure grap an expensive business; an expensive affair
grappen maken joke; cut jokes
grappen uithalen play tricks
voor de grap for a giggle; for fun; in sport; in fun; by way of a joke
grapjas card; droll; prankster; comedian; wag; joker
grapje funniment; pleasantry
grappen joke; jest
grappenmaker joker; comedian; wag
grappig comic; comical; droll; facetious; funny; humorous; jocose; jocosely; quaint; amusing; funnily; drolly; comically; humorously
studentengrap students’ prank