Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word doeltreffend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(effectief) | ||
🔗 De aanvallen van de regeringstroepen zijn vandaag op doeltreffende wijze voortgezet. | ||
(afdoend; effectief; efficiënt; werkzaam) | ; effectual ; ; efficient | |
(bestemming; doeleinde; doelstelling; oogmerk) | ; ; ; ; ; ; ; ; | |
🔗 Het doel is om uiteindelijk een wolf te fotograferen. | ||
(goal) | ||
(bedoeling; plan; toeleg) | ; ; | |
🔗 Zijn doel is aan de macht blijven. | ||
(doelwit) | ; | |
🔗 Toen kwam Kaa, recht op zijn doel af, vlug en begerig om te doden. | ||
🔗 Over vijf minuten gaan wij dit doel onder vuur nemen. | ||
effectiveness | ||
(efficiëntie; rendement; werkzaamheid) | effectiveness ; efficacy | |
🔗 Hij twijfelde aan de doeltreffendheid van zijn zwaard tegen zo’n aanval, maar hij aarzelde niet. | ||
(inefficiënt) | inefficient |
Dutch | English |
---|---|
doeltreffend | ⇆ effective; ⇆ effectively; ⇆ effectual; ⇆ efficacious; ⇆ efficaciously; ⇆ efficient; ⇆ to the purpose |
doel | ⇆ aim; ⇆ bourn; ⇆ butt; ⇆ design; ⇆ end; ⇆ goal; ⇆ mark; ⇆ object; ⇆ objective; ⇆ purpose; ⇆ target; ⇆ destination; ⇆ turn |
doeltreffendheid | ⇆ effectiveness; ⇆ efficaciousness; ⇆ efficacy; ⇆ efficiency; ⇆ expedience; ⇆ expediency |
ondoeltreffend | ⇆ inefficacious |