Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word boogschieten
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Wat er volgde, boogschieten, gevechten van honden tegen stieren en andere volksvermaken, was meer bedoeld voor vermaak van de lagere klassen. | ||
(ronding) | ; ; | |
🔗 En toen richtten zij hun blik op de boog en de verwoeste poorten. | ||
🔗 Hij droeg een boog op zijn rug en had een koker met glimmende pijlen op zijn heup. | ||
(vuren) | ; | |
🔗 Toen was hij klaar om te schieten. | ||
(schietpartij; vuren) | ; | |
🔗 Op die manier ging er een uur voorbij met schieten. | ||
kiki | ||
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3. |
Dutch | English |
---|---|
boogschieten | ⇆ archery |
boog | ⇆ arc; ⇆ arch; ⇆ archway; ⇆ bend; ⇆ bind; ⇆ bow; ⇆ camber; ⇆ curvature; ⇆ tie; ⇆ curve |
schieten | ⇆ bag; ⇆ bang; ⇆ biff; ⇆ cannon; ⇆ dart; ⇆ fire; ⇆ flash; ⇆ gun; ⇆ pound; ⇆ shoot; ⇆ rush; ⇆ send; ⇆ shooting; ⇆ sweep; ⇆ whisk; ⇆ dash |