Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa winnen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(behalen)
ganar
🔗 Wie niet waagt die niet wint.
veld winnen
(vooruitgaan; vorderen)
acrecentar
;
activar
(baat; verdienste; winst)
provecho
(baat; profijt; voordeel; winst)
ganancia
;
provecho
vencer
(sparen; uitsparen; oversparen; opzij leggen; opsparen)
ahorrar
;
economizar
(baat; gewin; verdienste)
provecho
(baat; gewin; profijt; voordeel)
ganancia
;
provecho
🔗 Bovendien bewees Fogg steeds dat hij speelde om het spel en niet om de winst.