Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa vallen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(afvallen; flikkeren; neervallen)
caer
(interrumperen; onderbreken)
interrumpir
(inslapen; gaan slapen)
adormecer
;
dormirse
vallen op
incidir
acometer
;
atacar
(aangrijpen; aanpakken; attaqueren)
agredir
;
atacar
(afvallig worden)
apostatar
apostatiĝi
(uitvallen)
caerse
;
desprenderse
(flikkeren; neervallen; vallen)
caer
(ontrouw worden)
desertar
(vermageren)
adelgazar
(gebeuren; geschieden; omgaan; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich toedragen; vóórkomen)
acontecer
; ;
realizarse
;
tener lugar
invadir
(vervangen; waarnemen)
reemplazar
;
substituir
coincidir
(lawine)
alud
;
avalancha
toevallen
epilepsia
desistir
;
renunciar
(afvallen)
caerse
;
desprenderse
valbijl
(guillotine)
guillotina
valdeur
rastrillo
(parachute)
paracaídas
aceleración de la gravedad
(in verval raken)
envejecer
suspendido
nuligita
pagadero
pagebla
(bouwvallig)
caduco
;
ruinoso
ruina
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; zich voordoen; zich toedragen; vóórkomen)
acontecer
; ;
realizarse
;
tener lugar