Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa stuiven

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
brotar
;
surgir
ŝpruci
(ijlen; jagen; snellen)
apresurarse
🔗 Op dit ogenblik stoof Andries de deur uit, met zijn mes in de hoogte, door de waard en al de boeren gevolgd.
(pollen)
polen
🔗 Lirael snoof eraan en moest niezen toen ze stuifmeel in haar neus kreeg.
stuifzwam
bejín
;
cuesco de lobo