Diccionario neerlandés–español
Traducción española de la palabra neerlandesa blazen
neerlandés | español (traducido indirectamente) | esperanto |
---|---|---|
(waaien; blazen op) | soplar | |
🔗 De wind blies over de wateren. | ||
(blazen; waaien) | soplar | |
🔗 Als je in nood zit, moet je daarop blazen. | ||
de kraaienmars blazen (doodgaan; sterven; de pijp uit gaan) | ||
(afgelasten; afzeggen; annuleren) | anular ; contramandar | |
🔗 Het wijzigen van de grondwet kan hem in staat stellen de verkiezingen uit te stellen of helemaal af te blazen. | ||
pompa ; vejiga |