Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord visite
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bezoek) | ; | |
🔗 Ik zou net aan mijn visites beginnen. | ||
(afgaan; een bezoek afleggen aan; bezoeken; op visite komen bij; opzoeken) | call on ; ; | |
🔗 Toen juffrouw Doddel enige dagen later op visite kwam, zat heer Bommel bekommerd in zijn stoel naar zijn bedorven uitzicht te staren. | ||
(afgaan; een bezoek afleggen aan; bezoeken; op visite komen; opzoeken) | call on ; ; | |
🔗 Je moet namelijk niet denken dat je aan boord van mijn schip bij een goeie, ouwe tante van je op visite komt. | ||
(kaartje) | ; visiting card | |
🔗 Ik gaf hem een visitekaartje, waarop natuurlijk niet mijn eigen naam stond. |
Nederlands | Engels |
---|---|
visite | ⇆ call; ⇆ visit; ⇆ visitor; ⇆ visitors |
een visite afleggen | ⇆ pay a visit; ⇆ pay a call; ⇆ make a call |
een visite afleggen bij | ⇆ call on; ⇆ give a call to; ⇆ pay a visit to; ⇆ visit |
een visite maken | ⇆ pay a visit; ⇆ pay a call; ⇆ make a call |
een visite maken bij | ⇆ pay a visit to; ⇆ call on; ⇆ give a call to; ⇆ visit |
op visite gaan | ⇆ go into company |
doktersvisite | ⇆ doctor’s visit |
kraamvisite | ⇆ maternity visit |
theevisite | ⇆ tea‐party; ⇆ tea |
visitekaartje | ⇆ card; ⇆ visiting card |