Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord reisgezelschap

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Na het eten sprak Varmous zijn gezelschap toe.
(kring)
(genootschap; kring; sociëteit; vereniging)
society
;
🔗 Je moet het hierboven maar eens proberen met Shelob als gezelschap.
; ;
voyage
;
🔗 Hoe reist u gewoonlijk naar Settra?
(gereis)
travelling
🔗 Reizen maakt een mens hongerig.

NederlandsEngels
reisgezelschap party of travellers; travelling party
gezelschap bevy; circle; companionship; company; crowd; gathering; outfit; party; society; troupe
reizen go places; itinerate; journey; travel; be on the road; travelling; trek; voyage