Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord busreis

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(autobus);
🔗 Meerdere bussen raakten hierbij beschadigd.
(blik; blikje; trommel);
(trom; trommel)
reis
(tocht; toer; trip); ;
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad.
(keer; maal)
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid.

NederlandsEngels
busreis bus trip
bus box; bus; bush; can; canister; container; drum; tin; club; money‐box; poor‐box; collecting‐box; coach
reis bout; journey; progress; travel; trip; voyage; run; tour; travelling; time