Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bijeenzijn

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
associate
🔗 De leiders van de twee partijen waren voor het laatst bijeen.
(aaneen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Ik vond hier meer personen bijeen dan ik reden had op dat uur van de dag te verwachten.
(wezen)
🔗 Wie zijt ge?
(wezen)
🔗 Hoe oud zou zijn spoor zijn?
(wezen; zitten)
🔗 Uw vader was in het leger?
🔗 Hij sloot zijn ogen.
🔗 Er zij licht.
🔗 Het zij zo.
(wezen)
🔗 Ze zijn hem te duur.

NederlandsEngels
bijeen together; united
zijn be; entity; exist; existence; go; his; its