Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord visiteth

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(punish; chastise; penalize);
(call on; see)
🔗 William Hague is the first UK foreign secretary to visit for six years.

EngelsNederlands
visit beproeven; bereizen; bezichtigen; bezoek; bezoeken; bezoeken afleggen; een visite afleggen bij; een visite maken bij; inspecteren; inspectie; op huisbezoek gaan; overkomst; schoolbezoek; teisteren; visitatie; visite; visites maken