Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord torch

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
torch	fakkel ; flambouw ; toorts	torĉo
🔗 By the light of the torch that illuminated the interior of the dungeon into which he was thrust by his captors, Tarzan saw a white man and several Negroes chained to the walls.
torch (kindle; light; ignite; set alight)	in brand steken	ekbruligi
🔗 Christians stand inside a church torched by the Muslim mob.
electric torch (flashlight)	zaklantaarn ; zaklantaren ; zaklamp	poŝlanterno
torch lily (red‐hot poker; tritoma)	fakkellelie ; vuurpijl	vinbera kniphofio

Engels	Nederlands
torch	⇆ fakkel; ⇆ flambouw; ⇆ in brand steken; ⇆ lamp; ⇆ lantaarn; ⇆ lantaren; ⇆ staaflantaarn; ⇆ staaflantaren; ⇆ toorts; ⇆ zaklantaarn
carry a torch for	⇆ verliefd zijn op
electric torch	⇆ staaflantaarn; ⇆ staaflantaren
hand‐dynamo torch	⇆ knijpkat; ⇆ knijplamp
oxyacetylene torch	⇆ snijbrander
put the torch to the powder‐magazine	⇆ de lont in het kruit steken
torch battery	⇆ staafbatterij
torch lily	⇆ fakkellelie; ⇆ vuurpijl
torch race	⇆ fakkelloop
blowtorch	⇆ afbrander; ⇆ verfafbrander
torch‐bearer	⇆ fakkeldrager; ⇆ toortsdrager