Informatie over het woord toorts (Nederlands → Esperanto: torĉo)

Synoniemen: fakkel, flambouw

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/torts/
Afbrekingtoorts
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudtoortsen

Voorbeelden van gebruik

De grote kamer was langwerpig en werd verlicht door toortsen, die op bepaalde afstanden in de rotswand waren bevestigd.
Er was een man die een fel brandende toorts omhoog hield.
Hij had een toorts mee moeten nemen.

Vertalingen

Deensfakkel
DuitsFackel
Engelstorch
Esperantotorĉo
Faeröerskyndil
Franstorche
Italiaansfiaccola; torcia
Latijnfax
Papiamentsantorcha; flameu
Portugeesarchote; brandão; facho; tocha
SaterfriesFakkel
Spaansantorcha
Tsjechischpochodeň
Zweedsbloss; fackla; marschall