Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord stay somebody’s hand
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(hand over) | ; ; ter hand stellen | |
(labourer; operative; worker; working man; workman) | ||
🔗 Scales laid a hand on his shoulder. | ||
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over) | ; ; ; ; | |
(veteran; ex‐serviceman) | ||
(indicator) | ||
(sojourn) | ; | |
(remain; stay over; abide; keep; rest; stop; tarry) | ; ; ; | |
🔗 Can I stay? | ||
(be a guest) | ||
(linger; remain; abide; sojourn) | ; | restadi |
(brace; cramp‐iron; guy) | stag | |
(dwell; live; reside; house; lodge) | ||
(halt; stop; end; hold; obstruct; stem; stall; arrest) | ; | |
(pillar; support) | ; | |
(keep; remain) | ||
🔗 May is trying to do a deal with a fringe party to stay in power. |
Engels | Nederlands |
---|---|
stay somebody’s hand | ⇆ iemand weerhouden |
hand | ⇆ aangeven; ⇆ aanreiken; ⇆ afgeven; ⇆ arbeider; ⇆ arbeidskracht; ⇆ geven; ⇆ hand; ⇆ handschrift; ⇆ handtekening; ⇆ handvol; ⇆ kaart; ⇆ kam; ⇆ man; ⇆ overhandigen; ⇆ overreiken; ⇆ poot; ⇆ spel; ⇆ speler; ⇆ ter hand stellen; ⇆ toereiken; ⇆ voorpoot; ⇆ wijzer |
stay | ⇆ afremmen; ⇆ belemmering; ⇆ blijven; ⇆ een halt toeroepen; ⇆ het uithouden; ⇆ het volhouden; ⇆ indammen; ⇆ logeren; ⇆ oponthoud; ⇆ opschorten; ⇆ opschorting; ⇆ rem; ⇆ schoor; ⇆ schragen; ⇆ stag; ⇆ steun; ⇆ stilstand; ⇆ stuiten; ⇆ stut; ⇆ tegenhouden; ⇆ toeven; ⇆ uitstel; ⇆ vang; ⇆ verankeren; ⇆ verblijf; ⇆ verblijven; ⇆ vertoeven; ⇆ verwijlen; ⇆ wachten; ⇆ wonen; ⇆ zich ophouden |