Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sound a retreat

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(march off; disappear; expire; decease; pass away)
(recede; recoil; relent; retire; withdraw; back off; back down; back out; backtrack; pull back); ;
(withdrawal);
retraite
(withdrawal)
(decline; going down; fall; regression; setback);
teruggang
;
verloop
;
vermindering
🔗 The Ukrainian general staff said early on Friday that retreating Russian forces were trying to evacuate wounded personnel and damaged military equipment near Charkiv.
(place of refuge; shelter; sanctuary; haven; refuge); ;
toeverlaat
; ;
🔗 This is a tranquil retreat.
(resting‐place; lounge; home of rest; rest‐home)
rustoord
(strike; resound)
🔗 Presently a step sounded behind him.
(noise);
🔗 This time the horse made no sound at all.
(right; true; correct; valid);
gelijk hebbend
; ; ;
(prudent; reasonable; sensible; far‐sighted; judicious; wise)
(peal; ring; clang; toll);
(deeply; profoundly; fast)
(prime; quality)
🔗 The cloak itself was sound enough.
; ; ;
werplood
;
zinklood
(plumb; sound out);
(solid); ;
🔗 The Ukrainian defence of Bachmut remains strategically sound as it continues to consume Russian manpower and equipment as long as Ukrainian forces do not suffer excessive casualties.

EngelsNederlands
sound a retreat de aftocht blazen
retreat afdeinzen; aftocht; aftrekken; afzondering; asiel; retireren; retraite; rustoord; sein tot aftocht; taptoe; terugtocht; terugtreding; terugtrekken; terugwijken; terugzetten; wijken; wijkplaats; zich terugtrekken
sound ausculteren; bekloppen; betrouwbaar; blazen op; degelijk; deugdelijk; doen; doen klinken; doen weerklinken; doortimmerd; ernstig; fiks; flink; gaaf; galm; galmen; gedegen; geluid; geschal; gezond; goed; grondig; klank; klinken; kloppen op; krachtig; laten horen; laten klinken; laten schallen; lijken; loden; luiden; naar beneden duiken; onbedorven; onderzoeken; peilen; polsen; reëel; schallen; solide; solied; sonde; sonderen; steekhoudend; sterk; toon; uitbazuinen; uithoren; uitspreken; vast; verantwoord; weerklinken; zeeëngte; zwemblaas