Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord run into the back of

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(reverse; reverse side); ;
🔗 On their backs, under the shields, were leather bags of provisions.
(reverse; reverse side);
malantaŭa flanko
🔗 Quickly he went to the back of the barn.
(rear)
malantaŭa parto
🔗 They’re coming in the back!
(outstanding; overdue; unpaid)
nepagita
(backwards);
returne
veturi malantaŭen
(backward; on one’s back; backwards)
dorsen
(protect; cover); ; ;
(reversal; reverse)
(at the back)
aan de achterkant
; ;
dorse
(rear; later; after)
achter‐
(behind; aback; aft; in back; at the back; in the back); ; ; ;
(backwards; backward; behind; aft; aback);
(backbone; spine; rachis; spinal column);
wervelkolom
(prop; support; buttress; rest; strut; stanchion)
stopper
;
(cover; overlay; lag; plate; protect; face; coat; invest);
tegi
(go back; reverse; go backwards; stand back)
malantaŭeniĝi
achter‐
(collide); ;
alveturi
(expand; extend; range; reach; stretch; spread);
(flight);
(race; dash; speed; sprint; stampede)
; ; ;
🔗 Then he ran toward the sheds where the cows and horses were kept.
(running)
;
(roll; revolve); ;
(order; sequence; series; succession); ;
(file; line; rank; row; queue; round; sequence; bank; string); ;
(flow; stream); ;
🔗 However, the Yellow River, a major river which runs through Lánzhōu, has not been contaminated, Xīnhuá said.
(be valid; count; apply)
geldig zijn
🔗 After the talks Ms. Merkel said a delay that runs to the end of the year or the start of 2020 was a possibility.
(flee); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 We have to run.
(be at the head; be in charge)
aan het hoofd staan
🔗 But now general Gerasimov has to run a real war.
(lead)
🔗 But now general Gerasimov has to run a real war.

EngelsNederlands
run into the back of van achter inrijden op
back achterhoedespeler; achterkant; achterligger; achterom; achterpand; achterspeler; achterstallig; achteruit; achteruitgaan; achteruitrijden; achteruitschuiven; achterwaarts; achterzij; achterzijde; achter‐; afgelegen; back; berijden; doen achteruitgaan; endosseren; geleden; keerzij; keerzijde; krimpen; leuning; naar achteren; ommezij; ommezijde; ondersteunen; oud; reeds; rug; ruggen; rugpand; rugzijde; staan achter; steunen; tegen‐; terug; teruggaan; wedden op
run aanloop; achtervolgen; aflopen; bestorming; besturen; bewegen; deelnemen; deelnemen aan de wedstrijd; deserteren; drijven; dóórbreken; dóórlopen; etteren; exploiteren; gaan; gaan lopen; geldig zijn; geven; goot; gutsen; halen; harddraven; hardlopen; hollen; houden; in actie zijn; in elkaar lopen; in omloop zijn; kandidaat zijn; kippenren; kudde; ladder; ladderen; laten deelnemen; laten draven; laten gaan; laten glijden; laten lopen; leiden; lekken; loop; loopje; lopen; luchtgang; luiden; nazetten; periode; pezen; plotselinge vraag; pussen; racen met; reeks; reis; ren; rennen; rijden; rijgen; rit; ritje; run; runnen; school; serie; slag; smelten; smokkelen; snellen; soort; speelduur; steken; stellen; strijken met; stromen; stuiven; toeloop; toer; toertje; traject; troep; type; uitbaten; uitlopen; uitstapje; vaart; verbreken; verloop; vervloeien; vervolgen; vlieten; vloeien; vrije beschikking; wedloop; weide; werken