Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord raise a point

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground.
(mark)
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office.
(count)
🔗 The first two points are of little importance.
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for?
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop); ;
(breed; keep; rear; farm)
(breed; bring up; educate; rear); ;
(lever; lift; elevate; heave; hoist; heave up); ; ; ; ; ;
🔗 According to German authorities, in several towns across the country including Mainz, Braunschweig and Heilbronn, Israeli flags raised in solidarity with the country were torn down and destroyed, sometimes in just a few hours.
(cultivate; grow; force)
in kassen kweken
(gather; assemble)
(grow; increase)
doen groeien
;
laten groeien
malmergi
(increase; augment; heighten; amplify)
🔗 In fact, support for the war, and pushing to raise the defence budget, is one of the things Johnson and Truss have to be proud of.
(erect; establish; institute; pitch; set; stand; set up; set down);
; ; ;
🔗 She raised her hand and pointed.
(pay‐rise; wage rise);
salarisverhoging
; ;
🔗 In February, the government passed a supplementary bill that lifted the goods and services tax to 18 percent from 17 percent to help raise 170 billion rupees ($ 639 million) in extra revenue for this fiscal year, which ends in July.

EngelsNederlands
raise a point een punt te berde brengen; een punt ter sprake brengen
point aanleggen; aanpunten; duiden; een punt maken aan; etsnaald; geweitak; interpungeren; landpunt; naald; naaldkant; onderstrepen; oog; op treffende wijze illustreren; pointe; punt; punten; puntje; richten; scherpen; spits; spitsen; staan; stift; stip; stippen; stopcontact; streek; tak; van punten voorzien; voegen; wijzen; wijzen met
raise aan de oppervlakte brengen; aanheffen; aantrekken; aanvoeren; bevorderen; bijeenbrengen; bouwen; contact krijgen met; doen opstaan; doen rijzen; doen verrijzen; fokken; grootbrengen; heffen; inbrengen; kweken; lichten; loonsverhoging; maken; op de been brengen; opbreken; ophalen; opheffen; ophogen; opjagen; opperen; oprichten; oproepen; opslaan; opslag; opsteken; optillen; optrekken; opvoeden; opvoeren; opwekken; opwerpen; planten; salarisverhoging; stichten; stoken; telen; ter sprake brengen; tillen; uit zijn bed halen; verbouwen; verheffen; verhogen; verhoging; verwekken; wekken; werven