Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord quit of the trouble

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(resign; back out; step down; get the bag; get the boot; get the bounce; get the mitten; get the push; get the sack)
🔗 As well as Mr. Green, two other cabinet ministers have quit in the past two months.
(abandon; desert; forsake; leave)
(exit; go out; alight; emerge; leave; get out); ; ; ; ;
(cease; stop; end; leave off); ;
(problem; issue; difficulty)
🔗 Well, all the world has troubles, from the Great Blight south to the Sea of Storms, from the Aryth Ocean in the west to the Aiel Waste in the east.
(disturb; hinder; annoy; encumber; hassle; irritate; inconvenience; hamper)
trouble
(annoyance; bother; hassle; inconvenience; irritant)
;
(disturb; incommode)
maloportuni
(disturb; ruffle)
malserenigi
(agitate; alarm; disturb; perturb; ruffle; unsettle; upset; worry)
(anxiety; agitation; concern; disquiet; unease; disquietude)
(effort; attempt; endeavour; bid; fag)
(be ashamed);
ĝeni sin
🔗 Please do not trouble.

EngelsNederlands
quit of the trouble van de last af
quit de woning ontruimen; ervandoor gaan; heengaan; het opgeven; laten varen; loslaten; opgeven; ophouden; uitscheiden; uitscheiden met; verlaten; vrij; weggaan; zijn ontslag nemen
trouble bekommernis; defect; gedonder; hinderen; hoofdbreken; hoofdbrekens; kommer; kwaal; kwellen; kwelling; last; last veroorzaken; lastig vallen; leed; leed doen; mankement; moeilijkheid; moeite; moeite doen; narigheid; ongemak; ongerief; onraad; onrust; pech; soesa; storen; storing; stribbeling; strubbeling; tobberij; verdriet; verdriet doen; verontrusten; verstoren; vertroebelen; verwarring; zich druk maken; zich het hoofd breken; zorg