Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord overdress
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
een verband omleggen ; verzorgen van een wond | ||
(clothe; fit; suit; array; attire) | ; | vesti |
🔗 Muttering under his breath, he dressed hurriedly. | ||
(get dressed) | ; toilet maken | vestiĝi |
(get dressed; dress oneself) | ||
(article of clothing; apparel) | ; ; | |
(gown; robe) | ||
(costume; outfit; suit) | ; ; | |
(robe) | ||
🔗 Her dresses hung on a cloakstand, the last of the room’s furnishings. | ||
(above; more than; north of; upwards of) | ; meer dan ; | |
🔗 No adverse effects were found in heavy coffee drinkers aged over 55. | ||
(above; beyond; up) | ; | |
(at; by; on; upon; to) | ||
(about; concerning; for; of; regarding; after; on; with; upon; in; as to; into; toward) | ; ; | |
🔗 On July 29, Michigan declared a state of emergency over Parchment’s water. | ||
(across; beyond; on the other side of; to the other side of; on this other side of) | ; | |
🔗 People cried out from every side, men and women shouting over one another. | ||
(last; past; passed) | ; ; ; | |
🔗 It’s over. | ||
(during; at; for; by) | ; | |
🔗 The rain also caused widespread travel disruption over the weekend. |
Engels | Nederlands |
---|---|
overdress | ⇆ overkleed; ⇆ te formeel kleden; ⇆ te veel opschikken; ⇆ te zwierig kleden; ⇆ zich te formeel kleden; ⇆ zich te veel opschikken; ⇆ zich te zwierig kleden |
dress | ⇆ aankleden; ⇆ aanmaken; ⇆ ambtsgewaad; ⇆ avondtoilet; ⇆ bekleden; ⇆ bemesten; ⇆ bereiden; ⇆ bewerken; ⇆ dos; ⇆ dracht; ⇆ een verband leggen op; ⇆ gala; ⇆ gewaad; ⇆ japon; ⇆ jurk; ⇆ kappen; ⇆ klaarmaken; ⇆ kleden; ⇆ kleding; ⇆ kleed; ⇆ kleren; ⇆ kostuum; ⇆ mesten; ⇆ opmaken; ⇆ pappen; ⇆ pavoiseren; ⇆ prepareren; ⇆ richten; ⇆ roskammen; ⇆ schoonmaken; ⇆ tenue; ⇆ toilet; ⇆ toilet maken; ⇆ tooien; ⇆ verbinden; ⇆ zich aankleden; ⇆ zich kleden; ⇆ zich richten |
over | ⇆ aangaande; ⇆ achter de rug; ⇆ afgelopen; ⇆ bij; ⇆ boven; ⇆ daarboven; ⇆ gedurende; ⇆ in de loop der; ⇆ in verband met; ⇆ inzake; ⇆ meer dan; ⇆ naar aanleiding van; ⇆ omver; ⇆ onder het genot van; ⇆ opnieuw; ⇆ over; ⇆ over … heen; ⇆ uit; ⇆ voorbij |