Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord grow together

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(become; get; arise)
🔗 Her eyes grew heavy.
(augment; increase; rise); ;
(cultivate; raise; force)
in kassen kweken
🔗 They discovered a quantity of cannabis plants being grown in a tent inside the flat.
(raise; increase)
laten groeien
(increase; enlarge; aggrandize; augment; get bigger; get larger; grow larger; make larger); ;
🔗 After the war, condom sales continued to grow.
(cultivate; farm; work); ;
🔗 It is, however, possible to grow potatoes from true potato seed.
🔗 It is relatively rare and in Britain is now usually confined to pockets of ancient woodland, although it can also be found growing in hedgerows.
(wax); ; ;
;
🔗 The UK economy barely grew in 2023, slipping into recession at the end of the year in stark contrast with prime minister Rishi Sunak’s pledge to generate economic growth.
(jointly); ; ; ; ;
🔗 Did you think a few hours ago that you would ever be together again?

EngelsNederlands
grow together aaneengroeien; samengroeien; vastgroeien; vergroeien
grow aanbouwen; aangroeien; aankweken; aanwassen; bouwen; groeien; groot worden; kweken; laten groeien; ontstaan; telen; toenemen; uitgroeien; verbouwen; vermeerderen; voortbrengen; wassen; worden
together aan elkaar; aaneen; achtereen; bij elkaar; bijeen; gelijk; gemeenschappelijk; gezamenlijk; met elkaar; onderling; opeen; saam; samen; tegelijk; tegen elkaar; tezamen