Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord go native
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 He looked over his shoulder, then went to the back wall. | ||
(ride; travel; drive) | ||
(be going to; will; shall) | <futura helpverbo> | |
(wend) | ||
🔗 Where do we go to now? | ||
(indigenous; autochthonous) | ||
(autochthon; aborigine) | ||
🔗 The trial was initially planned for February, for example, but delayed for six months when the company’s owner, New Zealand native Michael Pratt, filed for bankruptcy. “ | ||
(aboriginal; indigenous) | ; | |
🔗 White sweet clover is native to Europe and Asia. | ||
(aboriginal; aborigine) | ; | |
(congentital; inborn; inbred; innate) | kunnaskita | |
(local) | iemand van daar |
Engels | Nederlands |
---|---|
go native | ⇆ zich aanpassen aan de plaatselijke gebruiken |
go | ⇆ aanval; ⇆ afgaan; ⇆ aflopen; ⇆ behoren; ⇆ beurt; ⇆ bezwijken; ⇆ blijven; ⇆ doodgaan; ⇆ elan; ⇆ eraan moeten geloven; ⇆ fut; ⇆ gaan; ⇆ gang; ⇆ gangbaar zijn; ⇆ heengaan; ⇆ horen; ⇆ hup; ⇆ keer; ⇆ lopen; ⇆ luiden; ⇆ mode; ⇆ opraken; ⇆ opstappen; ⇆ overgaan; ⇆ poging; ⇆ reiken; ⇆ stuk gaan; ⇆ thuishoren; ⇆ tijgen; ⇆ trekken; ⇆ uitvallen; ⇆ vaart; ⇆ verdwijnen; ⇆ verstrijken; ⇆ wegraken; ⇆ worden; ⇆ zich voltrekken; ⇆ zijn |
native | ⇆ aangeboren; ⇆ autochtoon; ⇆ geboorte‐; ⇆ gedegen; ⇆ inboorling; ⇆ ingeboren; ⇆ inheems; ⇆ inheemse soort; ⇆ inlander; ⇆ inlands; ⇆ natuurlijk; ⇆ puur; ⇆ vaderlands; ⇆ zuiver |