Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord brunt
Engels | Nederlands |
---|---|
brunt | ⇆ aanval; ⇆ geweld; ⇆ schok; ⇆ stoot; ⇆ woede |
bear the brunt of | ⇆ het meest te lijden hebben van |
bear the brunt of the battle | ⇆ de spits afbijten; ⇆ het spits afbijten |
bear the brunt of the onset | ⇆ de spits afbijten; ⇆ het spits afbijten |