English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word whole

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(entire; overall; integral; global; outright; thorough); ;
🔗 The whole country is fighting against Russia.
(all; entirety)
🔗 Russia’s focus is on conquering the whole of the eastern Donbas and holding on to other areas of the south that it seized at the start of the war.
(complete; integral; thoroughgoing; full);
🔗 Not a single piece of furniture remained whole.
(undivided; entire)
(integer; integral);
🔗 Integers are whole numbers, like 1, 12, and 256.
as a whole
(altogether; on the whole; plain; in all; overall; all in all)
alles wel beschouwd
;
over het algemeen genomen
; ; ;
(altogether; as a whole; plain; in all; overall; all in all)
alles wel beschouwd
;
over het algemeen genomen
; ; ;
🔗 On the whole, he believed he would rather have blizzards and wolves.
(generally; broadly; commonly; prevalently; widely; in general)
in het algemeen
;
over het algemeen
; ;
wholeness
(completeness)
volledigheid
wholeness
(completeness; entirety; integrity)
volkomenheid
in het groot
pogrande
en‐gros‐
pogranda
in het groot
🔗 Now that we see the invasion is beginning and Russia has made clear its wholesale rejection of diplomacy, it does not make sense to go forward with that meeting at this time.
wholly
(at all; entirely; quite; absolutely; altogether; utterly; all; starkly)
; ; ; ;
wholly
(completely; fully; thoroughly; in full)
; ;

EnglishDutch
whole algeheel; gaaf; gans; geheel; heel; in zijn geheel; ongebuild; ongedeerd; ongeschonden; onverdeeld; volledig
… as a whole de hele …; het hele …
as a whole in zijn geheel; in zijn geheel genomen
go the whole hog het grondig doen
in whole or in part geheel of gedeeltelijk
on the whole alles tezamen genomen; in het algemeen; in hoofdzaak; over het algemeen; over het geheel; over het geheel genomen; overwegend
swallow it whole het in zijn geheel inslikken; het zonder meer slikken
the whole alles; het geheel
the whole of de hele; gans; geheel; het hele
the whole of us wij allen
upon the whole over het geheel; over het geheel genomen
whole milk volle melk
whole note hele noot
whole number geheel getal; heel getal
heart‐whole gemeend; onverschrokken; oprecht; vrij
whole‐length ten voeten uit
wholemeal volkoren
wholeness gaafheid; heelheid; volledigheid
wholesale en gros; groothandel; in het groot; massaal; op grote schaal
wholewheat volkoren
wholly alleszins; gans; geheel; heel en al; helemaal; ten enenmale; tenemaal; totaal; volkomen; volledig; volstrekt; zeer