Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word geheel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(totaal) | ; ; | |
🔗 Het P‐kristal als geheel is neutraal. | ||
(heel) | ; integral ; | |
(compleet; totaal; volkomen; volledig) | ; | komplete |
(ten volle; volkomen; volledig; voluit) | ; ; ; wholly ; | |
(algeheel; totaal) | totala | |
(finaal; helemaal; totaal; volkomen; volledig; volslagen; glad; in zijn geheel; straal) | ; ; wholly ; | |
🔗 Mijn leven is geheel gevuld met nuttig werk. | ||
(gans; heel; volkomen; volslagen) | ; ; integral | |
🔗 Er werd de gehele nacht gevochten. | ||
geheel getal | ||
(allesbehalve; helemaal niet; geenszins; in genen dele) | not at all | |
🔗 Kent ge het eiland in het geheel niet? | ||
(geheel; totaal; volledig; volslagen) | ; ; ; wholly ; ; ; ; ; | |
🔗 Een aantal soorten van dit geslacht werd vroeger tot het geslacht Godetia gerekend, maar dit geslacht is in zijn geheel bij Clarkia ondergebracht | ||
(in het algemeen; over het algemeen; over het geheel genomen) | ||
🔗 Maar over het geheel was het een goede raad. | ||
(in het algemeen; over het algemeen; algemeen; over het geheel) | ||
🔗 Over he geheel genomen keurde men de beslissing van de kapitein goed. |
Dutch | English |
---|---|
geheel | ⇆ aggregate; ⇆ all; ⇆ complete; ⇆ completely; ⇆ complex; ⇆ entire; ⇆ entirely; ⇆ entirety; ⇆ fully; ⇆ hale; ⇆ in full; ⇆ integer; ⇆ integral; ⇆ integrity; ⇆ in the full; ⇆ quite; ⇆ the whole of; ⇆ thoroughly; ⇆ total; ⇆ totality; ⇆ whole; ⇆ wholly |
een afgerond geheel | ⇆ a self‐contained unit |
geheel en al | ⇆ all over; ⇆ completely; ⇆ quite; ⇆ to the hilt; ⇆ stark |
geheel getal | ⇆ integer; ⇆ whole number |
geheel of gedeeltelijk | ⇆ in whole or in part |
het geheel | ⇆ the whole |
in het geheel | ⇆ in all |
in het geheel niet | ⇆ not at all; ⇆ in no sense; ⇆ no way |
in het geheel niets | ⇆ nothing at all |
in zijn geheel | ⇆ bodily; ⇆ in gross; ⇆ in the gross; ⇆ in the mass; ⇆ in toto; ⇆ outright; ⇆ in its entirety; ⇆ whole; ⇆ as a whole |
in zijn geheel genomen | ⇆ as a whole |
over het geheel | ⇆ altogether; ⇆ by and large; ⇆ in the mains; ⇆ on the whole; ⇆ upon the whole |
over het geheel genomen | ⇆ overall; ⇆ on the whole; ⇆ upon the whole |
geheelonthouder | ⇆ total abstainer; ⇆ teetotaller; ⇆ wowser |
geheelonthouding | ⇆ total abstinence; ⇆ teetotalism |