English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wedding‐ring

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
wedding‐ring
trouwring
geedziĝa ringo
(band)
(peal; clang; sound; toll);
(strum)
(circle; round; circuit)
(arena; battleground);
🔗 Nearby were four gold rings, and silver cups as well as bronze bowls, cups, jugs and basins.
(telephone; call; call up; give a ring; phone up; ring up; give a call)
ektelefoni al
wedding
wedding
(wedding‐party)
wedding
(wedding‐feast; wedding‐party)
wedding
trouwplechtigheid
geedziĝa soleno
wedding
(marriage)
;
wedding
(marriage)
wedding
(wedding ceremony; nuptials)

EnglishDutch
wedding‐ring trouwring
ring aanbellen; arena; beieren; bellen; circus; consortium; daveren; een ring aandoen; gelui; geluid; kartél; klank; kliek; klinken; klokkenspel; kongsi; kring; kringetje; luiden; omcirkelen; opbellen; opklinken; overgaan; piste; renbaan; ring; ringen; ringen aandoen; schellen; weergalmen
wedding bruiloft; huwelijk; huwelijksfeest; trouwerij; trouwfeest