English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word tram‐driver

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(conductor)
;
(helmsman; steersman)
;
(chauffeur);
(motorist)
tram
(streetcar)

EnglishDutch
tram‐driver trambestuurder
driver bestuurder; chauffeur; chauffeuse; drijfwiel; drijver; koetsier; machinist; menner; stukrijder; voerman; wagenmenner; wagenvoerder
tram kolenwagen; tram