English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word train

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(suite; retinue; entourage; accompaniment)
(tame);
(coach)
🔗 US president Joe Biden informed G7 leaders Friday that the US will support a joint effort with allies and partners to train Ukrainian pilots on advanced aircraft, including F‐16s, a senior administration official told CNN.
(break; control; subdue);
obeigi
🔗 Like other leaders before them, they travelled to the Ukrainian capital on a special train that set off from Poland in the middle of the night and was guarded by dozens of heavily armed soldiers.
;
accommodation train
(slow train)
per spoor
🔗 The following day, William and Ida McKinley arrived in Buffalo by train.
car sleep train
express train
(fast train; express)		; ;
goods train
(intercity)
slow train
(accommodation train)
train crossing
(level‐crossing; grade crossing; railway level crossing; crossing; railway crossing; railroad crossing)		;
traknivela pasejo
train oil
(whale‐oil)		;
walvistraan
train station
(railway station)
train traveller
trainee
(learner; pupil)
trainee
(apprentice)
trainer
trainer
(coach; instructor)		;
training
(taming)
training
(coaching)

EnglishDutch
train⇆ aaneenschakeling; ⇆ africhten; ⇆ dresseren; ⇆ drillen; ⇆ gevolg; ⇆ legertrein; ⇆ legertros; ⇆ leiden; ⇆ nasleep; ⇆ oefenen; ⇆ opleiden; ⇆ reeks; ⇆ richten; ⇆ scholen; ⇆ sleep; ⇆ spoortrein; ⇆ stoet; ⇆ trainen; ⇆ trein; ⇆ tros; ⇆ zich oefenen; ⇆ zich trainen
accommodation train⇆ boemeltrein; ⇆ stoptrein
boat train⇆ boottrein
bring in its train⇆ als nasleep hebben; ⇆ met zich meebrengen
by train⇆ per spoor
car sleeper train⇆ autoslaaptrein
change trains⇆ overstappen
commuter train⇆ forensentrein; ⇆ forenzentrein
corridor train⇆ D‐trein; ⇆ harmonicatrein
excursion train⇆ excursietrein
express train⇆ expres; ⇆ exprestrein; ⇆ sneltrein
goods train⇆ goederentrein
gravy train⇆ goudmijn
intercity train⇆ intercity
in train⇆ aan de gang
local train⇆ lokaaltje
milk train⇆ eerste trein
non‐stop train⇆ doorgaande train
parliamentary train⇆ <soort trein ten behoeve van minvermogende reizigers>
passenger train⇆ passagierstrein; ⇆ personentrein
postal train⇆ posttrein
railway train⇆ spoortrein
relief train⇆ volgtrein; ⇆ voortrein
shuttle train⇆ lokaaltje
slow train⇆ boemel; ⇆ boemeltrein; ⇆ omnibus; ⇆ stoptrein
suburban train⇆ forensentrein; ⇆ forenzentrein
through train⇆ D‐trein; ⇆ doorgaande train
train collision⇆ treinbotsing
train connection⇆ treinverbinding
train crash⇆ treinbotsing
train crossing⇆ spoorwegovergang; ⇆ óverweg
train disaster⇆ treinramp
train of thought⇆ gedachtengang; ⇆ gedachtenloop
train oil⇆ traan; ⇆ walvistraan
train oil boiler⇆ traankoker
train staff⇆ treinpersoneel
train station⇆ treinstation
train unit⇆ treinstel
up train⇆ trein naar Londen
with … in its train⇆ met … als gevolg
detrain⇆ aftrainen; ⇆ uit de trein stappen; ⇆ uitladen; ⇆ uitstappen
entrain⇆ inladen; ⇆ instappen; ⇆ met zich meeslepen; ⇆ met zich meevoeren
mailtrain⇆ posttrein
retrain⇆ herscholen; ⇆ omscholen
stopping‐train⇆ stoptrein
toilet‐train⇆ zindelijk maken
trainable⇆ opvoedbaar
train‐bearer⇆ sleepdrager
trained⇆ gebrevetteerd; ⇆ gediplomeerd; ⇆ gedresseerd; ⇆ geoefend; ⇆ geschoold
trainee⇆ leerling; ⇆ stagiair; ⇆ stagiaire; ⇆ volontair
trainer⇆ africhter; ⇆ dompteur; ⇆ dresseur; ⇆ drilmeester; ⇆ lestoestel; ⇆ lesvliegtuig; ⇆ oefenmeester; ⇆ trainer
train‐gown⇆ sleepjapon
training⇆ africhting; ⇆ bijscholing; ⇆ dressuur; ⇆ finaliteit; ⇆ leiding; ⇆ oefening; ⇆ opleiding; ⇆ scholing; ⇆ training
train‐service⇆ treinenloop
trainsick⇆ wagenziek
train‐taxi⇆ treintaxi