English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word swell into a roar

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
swell into a roar
(swell)
plilaŭtiĝi
(howl; rage; bellow; boom; bluster); ;
muĝi
;
blekegi
(swell into a roar)
plilaŭtiĝi
(become swollen; bulge); ;
ŝveli
swell

EnglishDutch
swell into a roar aanzwellen
roar briesen; bruisen; brullen; bulderen; bulken; burlen; dreun; dreunen; gebrul; gebulder; gebulk; gedruis; gehuil; geloei; geraas; gerommel; geschater; huilen; loeien; razen; rommelen; schaterlachen; snorren; snuiven; uitbrullen; uitbulderen
swell aangroeien; aanzwellen; deining; doen aangroeien; doen aanzwellen; doen opzwellen; doen toenemen; doen zwellen; fat; fijn; grand‐seigneur; grote meneer; opblazen; oplopen; opzwellen; prima; sjiek; stijven; te gek; toenemen; tof; uitdijen; uitzetten; vergroten; zich opblazen; zwellen; zwelling