English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word store

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(boutique; shop)
provizi sin je
(shop; mart)
enmagazenigi
(stock)
stoki
🔗 Today, electrical energy generated by various methods is still difficult to store efficiently.
(deposit; file; lodge; bank); ;
(warehouse)
(pantry; storehouse; storeroom)
(supply; resource; stock; administration; arrival);
(stack; warehouse; stash)
stapli
store
(warehouse)
;
veem
(depository; storage; storehouse; warehouse; barn);
(conserve; keep; maintain; preserve; cache; save)
(boxroom; storage room; cache)
;
stapelplaats
furniture store
(shoe shop)
schoenwinkel
(bookshop)
drugstore
(chemist’s; pharmacy; dispensary; apothecary shop)
🔗 Boys are reluctant to buy condoms at the drugstore, and girls dislike visiting a physician to pick up a prescription for birth control.
storage
(custody; grip; holding)
; ; ;
storage
(depository; store; storehouse; warehouse; barn)
;
storage
(conservation; maintenance; preservation; retention)
; ;
storage
gardokostoj
store‐cupboard
(larder; pantry)
butikfasado
🔗 He morosely studied the narrow storefronts.
storeroom
(pantry; store; storehouse)

EnglishDutch
store accumuleren; ammunitie; bergen; bewaren; binnenhalen; inslaan; kelderen; magazijn; opbergen; opdoen; opslaan; opslagplaats; stapelplaats; uitrusting; verzamelen; voorraad; voorzien; warenhuis; winkel
be in store for te wachten staan
be in store for somebody iemand te wachten staan
bicycle store fietsenstalling; rijwielstalling
candy store snoepwinkel
cigar store sigarenmagazijn
cold store frigo; koelhuis; koeling; koelkamer
cooperative store coöperatieve winkel
cycle store fietsenstalling
drapery store stoffenwinkel
furniture store meubelmagazijn
have in store in petto houden; in voorraad hebben; te goed hebben
have something in store iets nog hebben liggen; nog iets te goed hebben
in store in bewaring; in petto; in voorraad; opgeborgen; voorhanden
lie in store for somebody iemand te wachten staan
liquor store drankwinkel
record store platenzaak
set store by prijs stellen op; waarde hechten aan
shoe store schoenwinkel
store up bewaren; verzamelen
store with voorzien van
transit store transitomagazijn
walk‐in store inloopzaak
bookstore boekhandel; boekwinkel
chain‐store bijhuis; filiaal; filiaal van een grootwinkelbedrijf; filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf
drugstore apotheek; drogisterij
storage berging; bergruimte; bewaarloon; opberging; opslag; opslagplaats; pakhuishuur; pakhuisruimte; stapelplaats
store‐cellar voorraadkelder
store‐cupboard provisiekast
storefront winkelpui
storekeeper magazijnmeester; pakhuismeester; proviandmeester; winkelier
storeroom bergplaats; bergruimte; provisiekamer; voorraadkamer
stores magazijn; proviand
store‐ship proviandschip