English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word shop

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(boutique)
;
(mart)
auto repair shop
baker’s shop
barber’s shop
(barber shop)
bicycle shop
biciklobutiko
slagerij
;
slagerswinkel
chemist’s shop
(dispensary)
(café; coffee‐house; bistro)
🔗 Each morning for a summer I joined nine women in a coffee shop in a small rural town.
junk shop
varaĉobutiko
self‐service shop
schoenwinkel
(tobacco‐shop; tobacconist’s shop)
(tobacco‐shop; smoke shop)
pawnshop
;
shop‐assistant
(clerk; teller; assistant)
winkelbediende
shopkeeper
shoplifter
winkeldief
shoplifting
winkeldiefstal
(tobacconist’s shop; smoke shop)
retvendejo
workshop
(atelier; studio; work‐room)
workshop
workshop
(workplace; studio)
workshop

EnglishDutch
shop⇆ atelier; ⇆ boodschappen doen; ⇆ toko; ⇆ verlinken; ⇆ werkplaats; ⇆ winkel; ⇆ winkelen
shop!⇆ volk!
all over the shop⇆ de kluts kwijt; ⇆ helemaal in de war; ⇆ overal
antique shop⇆ antiekzaak
baker’s shop⇆ bakkerij; ⇆ bakkerswinkel
barber’s shop⇆ kapperszaak; ⇆ scheerwinkel
bedroom furniture shop⇆ beddenwinkel
bicycle shop⇆ fietsenwinkel
body shop⇆ <bedrijf voor reparaties aan autocarrosserie>
bookseller’s shop⇆ boekhandel
butcher’s shop⇆ beenhouwerij; ⇆ slachterij; ⇆ slagerij; ⇆ slagerswinkel; ⇆ vleeshouwerij
cart‐wright’s shop⇆ wagenmakerij
chemist’s shop⇆ apotheek; ⇆ drogisterij
china shop⇆ porseleinwinkel
closed shop⇆ <bedrijf dat alleen leden van bepaalde vakbonden in dienst neemt>
coach‐builder’s shop⇆ wagenmakerij
coffee shop⇆ koffiehuis; ⇆ koffiewinkel
colour shop⇆ verfwinkel
confectioner’s shop⇆ banketbakkerij
draper’s shop⇆ stoffenwinkel
druggist’s shop⇆ drogisterij
earthenware shop⇆ pottenwinkel
fancy‐goods shop⇆ galanterieënwinkel
fashion shop⇆ modewinkel
florist’s shop⇆ bloemenwinkel; ⇆ bloemisterij
flower shop⇆ bloemenwinkel; ⇆ bloemenzaak
fruiterer’s shop⇆ fruitwinkel
fruit shop⇆ fruitwinkel
greengrocer’s shop⇆ groentewinkel; ⇆ groentezaak
grocer’s shop⇆ kruidenierswinkel; ⇆ levensmiddelenbedrijf
grocery shop⇆ kruidenierswinkel
hairdresser’s shop⇆ kapperswinkel
have come to the wrong shop⇆ aan het verkeerde adres zijn
health food shop⇆ reformhuis
horsebutcher’s shop⇆ paardenslagerij
hosier’s shop⇆ kousenwinkel
jeweller’s shop⇆ juwelierswinkel
junk shop⇆ rommelwinkel; ⇆ uitdragerij; ⇆ uitdragerswinkel
keep a shop⇆ nering doen
keep shop⇆ op de winkel passen
lace shop⇆ kantwinkel
late‐night shop⇆ avondwinkel
liquor shop⇆ drankwinkel
lock‐up shop⇆ dagwinkel
machine shop⇆ machinewerkplaats
milliner’s shop⇆ modewinkel
multiple shop⇆ grootwinkelbedrijf
music shop⇆ muziekwinkel
nut shop⇆ notenbar
one‐line shop⇆ speciaalzaak
on the shop‐floor⇆ binnen het bedrijf
open shop⇆ <bedrijf waar vakbondslidmaatschap voor werknemers niet verplicht is>
pawnbroker’s shop⇆ lommerd
photography shop⇆ fotowinkel
pork‐butcher’s shop⇆ varkensslachterij
print‐seller’s shop⇆ kunsthandel
print shop⇆ kunsthandel
record shop⇆ platenzaak
repair shop⇆ herstellingswerkplaats
second‐hand shop⇆ uitdragerij; ⇆ uitdragerswinkel
self‐service shop⇆ zelfbedieningswinkel
set up shop⇆ een bedrijf beginnen
shoe shop⇆ schoenenwinkel; ⇆ schoenwinkel
shop around⇆ rondshoppen
shop sign⇆ uithangbord
shop window⇆ etalage
shop window display⇆ uitstalling
shut up shop⇆ de winkel sluiten; ⇆ ermee uitscheiden; ⇆ zijn zaken aan kant doen
smoke shop⇆ tabakswinkel
speciality shop⇆ speciaalzaak
sports shop⇆ sportwinkel; ⇆ sportzaak
talking shop⇆ kletscollege
talk shop⇆ over het vak praten; ⇆ over zijn vak praten
then you have come to the wrong shop⇆ dan heb je de verkeerde voor
tobacconist’s shop⇆ sigarenwinkel; ⇆ tabakswinkel
walk‐in shop⇆ inloopzaak
wheelwright’s shop⇆ wagenmakerij
bucket‐shop⇆ gokkantoor; ⇆ in goedkope vliegtickets gespecialiseerd reisagentschap
cheese‐shop⇆ kaaswinkel
cigar‐shop⇆ sigarenwinkel
clothes‐shop⇆ kledingmagazijn; ⇆ kledingzaak
cook‐shop⇆ gaarkeuken
doll‐shop⇆ poppenwinkel
dolly‐shop⇆ lommerd
fish‐shop⇆ viswinkel
fitting‐shop⇆ bankwerkerij
gin‐shop⇆ drankwinkel
grinding‐shop⇆ slijperij
hat‐shop⇆ hoedenwinkel
paint‐shop⇆ verfwinkel
pawnshop⇆ bank van lening; ⇆ lommerd; ⇆ pandhuis; ⇆ pandjeshuis
picture‐shop⇆ kunsthandel
shop‐assistant⇆ verkoopster; ⇆ verkoper; ⇆ winkelbediende; ⇆ winkeljuffrouw
shop‐front⇆ pui; ⇆ winkelpui
shop‐girl⇆ winkeljuffrouw; ⇆ winkelmeisje
shopkeeper⇆ middenstander; ⇆ winkelier
shoplifter⇆ winkeldief
shoplifting⇆ winkeldiefstal
shopman⇆ monteur; ⇆ winkelbediende; ⇆ winkelier
shopper⇆ winkelbezoeker
shopping⇆ boodschappen; ⇆ winkelbezoek; ⇆ winkelen
shop‐soiled⇆ <verkleurd door te lang in de winkel liggen>; ⇆ verlegen
shop‐steward⇆ <vertegenwoordiger van de werknemers van een bedrijf>
shop‐walker⇆ filiaalhouder
shop‐worn⇆ <verkleurd door te lang in de winkel liggen>; ⇆ verlegen
sweat‐shop⇆ sweatshop
sweetshop⇆ snoepwinkel
tea‐shop⇆ lunchroom; ⇆ theesalon
tobacco‐shop⇆ tabakswinkel
toyshop⇆ speelgoedwinkel
tuck‐in‐shop⇆ snoepwinkel
tuck‐shop⇆ snoepwinkel
web‐shop⇆ webwinkel
window‐shop⇆ etalages kijken
workshop⇆ atelier