English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sheet‐anchor

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(drop anchor; ride at anchor)
(berth);
(plate; slab; plaque)
(lamina; slat)
;

EnglishDutch
sheet‐anchor noodanker
anchor anker; ankeren; plechtanker; steun en toeverlaat; verankeren
sheet beddelaken; bekleden; blaadje; blad; doodskleed; laken; lijkwa; lijkwade; nieuwsblaadje; overtrékken; plaat; schoot; vel; velletje