English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word repute

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
repute
(fame; hearsay; renown; rumour; kudos)		;
repute
(fame; renown; kudos; name)		; ; ;
of good repute
goed bekendstaand
bonfama
reputation
(standing)		; ; ;

EnglishDutch
repute⇆ goede naam; ⇆ naam; ⇆ reputatie; ⇆ roep
be ill reputed⇆ een slechte naam hebben
be in bad repute⇆ in een kwaad gerucht staan; ⇆ slecht aangeschreven staan
be in good repute⇆ goed aangeschreven staan
be in ill repute⇆ slecht aangeschreven staan
by repute⇆ bij gerucht
get into repute⇆ naam maken
house of ill repute⇆ bordeel; ⇆ huis van plezier
in ill repute⇆ te kwader naam bekend staand
of good repute⇆ te goeder naam en faam bekend staand
of good standing and repute⇆ te goeder naam en faam bekend staand
of repute⇆ te goeder naam en faam bekend staand
disrepute⇆ kwade naam; ⇆ oneer; ⇆ slechte naam
reputable⇆ achtenswaardig; ⇆ fatsoenlijk; ⇆ geacht
reputation⇆ faam; ⇆ goede naam; ⇆ naam; ⇆ renommee; ⇆ reputatie; ⇆ roep
reputed⇆ vermeend; ⇆ vermeende