English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word raider

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(invade; encroach; overrun); ;
(maraud; plunder; reave)
🔗 These raids have all the appearance of a reprisal against the BBC for releasing a documentary critical of prime minister Narendra Modī three weeks ago.
(assault; attack; assail; rip; strafe; tackle; mount an attack)
(access; attack; assault; strike; offensive; fit; onslaught)

EnglishDutch
raider invaller; kaper; overvaller; <vliegtuig dat een aanval uitvoert>
smash‐and‐grab raider ruitentikker
raid aanval; een aanval doen op; een inval doen; een inval doen in; een razzia houden; een razzia houden in; inval; overal; overval; overvallen; plunderen; razzia; rooftocht; roven; strooptocht