English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word practised

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
practised
(experienced; expert; skilful; skilled; skillful)
;
ekzercita
(exert; put into practice); ; ; ;
zich oefenen in
ekzerci sin al
🔗 Practise the following sentences.

EnglishDutch
practised bedreven; ervaren; geoefend; geroutineerd
practise beoefenen; betrachten; dokteren; een praktijk uitoefenen; gebruiken; in praktijk brengen; instuderen; oefenen; praktizeren; studeren; studeren op; uitoefenen; zich oefenen; zich oefenen in; zich oefenen op
unpractised onbedreven; onervaren; ongeoefend