English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word paddle

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
paddle
padeli
paddle
(blade; vane)
schoep
paddle
;
paddle
;

EnglishDutch
paddle blad; dribbelen; ongedurig zijn; pagaai; pagaaien; peddel; peddelen; peddeltocht; plassen; ploeteren; poedelen; pootjebaden; schoep; schopje; vin; waggelen; wiebelen; zwemvoet
paddle boat raderboot
paddle one’s own canoe op eigen wieken drijven
paddle steamer raderstoomboot
paddle‐box raderkast
paddle‐wheel scheprad