English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word out of range

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(outside; without);
🔗 At least I can have my pipe out there.
(outside; outward);
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
(unconscious)
(outside of; outside)
(off)
range
(reach; compass)
; ;
range
; ;
(run; expand; extend; reach; stretch; spread)
range
(gamut; key; scale)
scala
range
range
;
schootsafstand
;
range
range
(bulk; dimension; size; breadth; extent; latitude; purview)
(kitchen‐range; stove; cooking‐range)

EnglishDutch
out of range buiten schootsbereik; buiten schot
out af; bekend; bewusteloos; buiten; buitengaats; daarbuiten; daaruit; eropuit; eruit; geopenbaard; in staing; naar buiten; niet meer aan de slag; niet meer aan het bewind; niet thuis; om; op; te veld; uit; uit de mode; uit het gelid; uit het lid; uitgedoofd; uitgesloten; weg
range afzwerven; bereik; bergketen; bestrijken; doorlópen; draagkracht; draagwijdte; dracht; dragen; fornuis; gaan; gaan door; gebied; graasgebied; in rijen plaatsen; keten; keukenfornuis; klasse; lopen; omvang; opstellen; ordenen; rangschikken; reeks; reiken; reikwijdte; rij; scala; scharen; schietbaan; schietterrein; schootsafstand; schootsverheid; terrein; varen; varen over; verscheidenheid; zich inschieten; zich uitstrekken; zwerven