English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word out in one’s calculation
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
calculation (computation; arithmetic; figuring) | ||
calculation (reckoning; tally; check; calculus) | ||
calculation (computation) | ||
| (outside; without) | ; | |
🔗 At least I can have my pipe out there. | ||
| (outside; outward) | ; | |
🔗 He pushed on the door, forcing her out. | ||
| (unconscious) | ||
| (outside of; outside) | ||
| (off) | ||
| English | Dutch |
|---|---|
| out in one’s calculation | ⇆ zich verrekend hebbend |
| calculation | ⇆ berekening; ⇆ calculatie; ⇆ rekening; ⇆ uitrekening |
| out | ⇆ af; ⇆ bekend; ⇆ bewusteloos; ⇆ buiten; ⇆ buitengaats; ⇆ daarbuiten; ⇆ daaruit; ⇆ eropuit; ⇆ eruit; ⇆ geopenbaard; ⇆ in staing; ⇆ naar buiten; ⇆ niet meer aan de slag; ⇆ niet meer aan het bewind; ⇆ niet thuis; ⇆ om; ⇆ op; ⇆ te veld; ⇆ uit; ⇆ uit de mode; ⇆ uit het gelid; ⇆ uit het lid; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgesloten; ⇆ weg |