Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uitrekening
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(becijferen; berekenen; calculeren) | ; work out | |
🔗 Het was zes dagen of langer geleden sinds hij had uitgerekend dat ze nauwelijks genoeg voorraad voor drie weken hadden. |
Dutch | English |
---|---|
uitrekening | ⇆ calculation; ⇆ computation |
uitrekenen | ⇆ figure out; ⇆ reckon up; ⇆ calculate; ⇆ compute; ⇆ work out |