English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word labour‐saving

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(be in labour);
(work hard; graft; toil; work like a horse; work like a slave; work like a nigger); ; ; ;
(work);
(work);
(toil)
saving
(economy)
(economy);
uitsparing
🔗 However, the tax cuts were supposed to be paid by savings from the withdrawn healthcare bill.

EnglishDutch
labour‐saving arbeidbesparend; arbeidsbesparend
labour arbeid; arbeiden; de arbeiders; de werkende klasse; moeite; stampen; taak; weeën; werk; werken; zich moeite geven
saving behalve; behoudens; besparing; reddend; redding; spaarzaam; uitsparing; uitzondering; veel goedmakend; voorbehoud; zaligmakend; zuinig