English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word jack‐of‐all‐trades

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
vijzel
;
steekcontact
;
(daw; jackdaw; western jackdaw; Eurasian jackdaw; European jackdaw; chough)
(knave)
;
🔗 But when they come to trade with you and when they come to fight with you, can you not tell whether they are flesh and blood or not?
trade
(business; commerce; transaction)
; ;
trade
(handicraft; occupation; craft)
; ; ; ; ;
(interchange; swap; change; exchange; share; switch);
trade
(occupation; job)
; ; ; ;

EnglishDutch
jack‐of‐all‐trades manusje‐van‐alles; scharrelaar
jack‐of‐all‐trades and master of none twaalf ambachten, dertien ongelukken
jack boegsprietvlaggetje; boer; bok; dommekracht; geus; hefboom; horsmakreel; kauw; kerel; kerkkraai; krik; los arbeider; man; mannetje; vijzel; vijzelen; zaagbok
trade ambacht; bedrijf; beroep; branche; handel; handel drijven; handeldrijven; handelen; handelsverkeer; handwerk; koophandel; koopmanschap; métier; negotie; nering; ruilen; stiel; vak; verhandelen; verruilen; zaken